AD Artikel:
Moerdijks bedrijf vaart 4 jaar elektrisch:
‘Dat is de pech van de eerste zijn’
Wat zou de Luc Smits van nu zichzelf in 2019 geadviseerd hebben over zijn plan voor het eerste elektrische binnenvaartschip van Nederland? „Begin er niet aan’’, is het eerlijke antwoord van de directeur van CCT Moerdijk. „Dat wil je misschien niet horen, maar het heeft zóveel tijd en leergeld gekost.’’

Je hoort hem niet, je ruikt hem niet, maar je ziet hem wel. Een volledig elektrisch binnenvaartschip heeft veel duurzame voordelen, maar het vraagt ook om een flinke investering. Zeker als je de eerste bent. Containers vervoeren op een duurzaam schip was een belangrijke wens van een grote klant van het Moerdijkse CCT, een zogenoemd stuwadoorsbedrijf dat via water, spoor en weg containers en goederen overslaat voor vervoer tussen de havens van Rotterdam, Antwerpen en andere Europese bestemmingen.
„Op een gegeven moment zei ik: ‘Het is tijd om te stoppen met lullen en in het diepe te springen. Laten we er allemaal 150.000 euro extra in stoppen als leergeld’’’, zo vertelt Smits over de voorbereidingen voor het project.
Piek in stroomprijs
Dat diepe leidde tot de eerste vaart in de tweede helft van 2021. De Alphenaar vaart sindsdien tussen de haven van Moerdijk en de containerterminal in Alphen aan den Rijn.
Aan boord zijn twee batterijcontainers van het bedrijf Zero Emission Services. Iedere container levert 2 megawatt aan groene stroom, vergelijkbaar met de capaciteit van 36 elektrische auto’s. Daar kan het schip in totaal zo’n 120 kilometer mee varen, meestal net genoeg om heen en weer te gaan tussen Alphen aan den Rijn en Moerdijk. In Alphen gaan de containers vervolgens aan de laders en staan andere, volgeladen batterijcontainers klaar voor de volgende reis.
Het kostte bijna een miljoen euro om het schip te laten varen. Dat zou echter binnen afzienbare tijd worden terugverdiend. Een elektrisch schip heeft namelijk veel minder onderhoud nodig en gaat langer mee. Maar toen kwam de immense piek in de stroomprijs. „Die is door het dak gegaan”, vertelt Smits. „De prijs voor diesel is ook gestegen, maar niet zo hard. We zijn daardoor nu 35 procent duurder in het verbruik dan een dieselschip.”
”Je vaart tussen de woningen door, dan wil je schoon en stil zijn”
Vervuilende dieselmotoren
Het is het duurzame paradepaardje van de Nederlandse binnenvaart, maar voor een ondernemer is het vooral even slikken. Ook vanwege de wisselende betrouwbaarheid van het schip. Toch is Smits ervan overtuigd dat de binnenvaart een elektrische toekomst heeft. „Wie tussen de woningen vaart, wil schoon en stil zijn.’’
Een groot nadeel aan dieselschepen is dat zij ook draaien, en dus uitstoten, als ze in de haven liggen. Nog niet iedere haven biedt namelijk walstroom aan en schepen hebben wel stroom nodig om de apparatuur aan boord te gebruiken, wat ook kan worden opgewekt door de dieselmotor.
”Een collega kocht 10 jaar geleden een LNG-schip. Dat zou dé toekomst zijn. Nou, hij raakt dat schip nu aan de straatstenen niet meer kwijt”
Smits merkt dat de verduurzaming van zijn bedrijfsvoering ook belangrijk is om grote klanten binnen te halen of aan boord te houden. Daarnaast is het voor zijn eigen portemonnee om nog een reden voordelig: elektrische motoren hebben minder onderhoud nodig. „Dat is fijn vanwege de kosten, maar ook omdat het lastig is om aan technische mensen te komen.’’
Uitdagingen vanwege zwalkend beleid
Achter de schermen probeert CCT op alle vlakken te verduurzamen: ook via de weg, het spoor en bij het op- en overslaan. Dat gaat echter niet makkelijk. Het bedrijf loopt op meerdere vlakken vast. Het krijgt geen bouwvergunning doordat het naast een natuurgebied ligt en er onvoldoende stikstofruimte is. Het elektriciteitsnet zit overal vol en technisch personeel is moeilijk te vinden. CCT is overgestapt op kranen die op elektriciteit draaien in plaats van op diesel, maar werd vervolgens door de omgevingsdienst op de vingers getikt omdat het meer elektriciteit gebruikt.
Het is voor hem een teken aan de wand wat betreft het zwalkende duurzaamheidsbeleid. „De overheid wil te snel en is niet constant. Een collega kocht tien jaar geleden een LNG-schip. Dat zou dé toekomst zijn. Dat is totaal veranderd en hij kan dat schip nu niet meer kwijt. Een voorbeeld is de elektrificatie van vrachtwagens. Die vrachtwagens zijn zwaarder, waardoor de banden sneller slijten en er meer fijnstof vrijkomt.’”
Tweede schip van wal
En toch is Smits hoopvol over de elektrificatie van de binnenscheepvaart. Het tweede elektrische binnenvaartschip ging eind 2024 van start, ook in Brabant. Dankzij het leergeld van De Alphenaar kan het schip Den Bosch Max Groen bijvoorbeeld al een stuk verder varen. Smits: „Om grote stappen te zetten, hebben we meer technische verbeteringen, stroom tegen een betaalbare prijs en een groter elektriciteitsnetwerk nodig.’’
13 Comments